Voor de eerste les gaan we naar het park om takken te zoeken. Het regende een beetje maar dat gaf niks. Terug in de klas drogen we de gevonden takken af, anders blijft er niets aan plakken. De leerlingen krijgen de opdracht om met hulp van touw of schildertape verbindingen te maken van de takken. Door veel te oefenen met het knopen gaat het de leerlingen steeds beter af. Het resultaat is een zelfgemaakt frame van de takken.
In de tweede les maken de leerlingen een grote verzameling van kleine frames of raampjes. Dit doen de leerlingen door elkaars frame te vergelijken en mooie combinaties te maken. Hierbij houden de leerlingen rekening met: past het frame, ziet het er mooi uit, is het sterk genoeg en hoe maken we de frames vast aan elkaar. Hiervoor overleggen en werken de leerlingen samen. Uiteindelijk ontstaat een groter geheel van frames, of zoals een leerling het noemde “een grote kast”.
De kast hangen we op met in elk hokje iets dat de leerling heeft uitgekozen. Iets moois en waardevols om te bekijken; een echte kijkkast dus.